Afspraak maken? Bel 0900-9879

Algemene informatie over blessures en sportkeuringen

Auteur: Frank Nusse

Al ruim 25 jaar kunnen sporters in Noord Holland terecht bij het Sport Medisch Adviescentrum (SMA), dat vestigingen heeft in Alkmaar, Broek op Langendijk, Den Helder, Zaandam en Hoorn.
Op het SMA werken 3 sportartsen, die ruime ervaring hebben op het gebied van de sportgeneeskunde. Zij zien sporters van alle niveaus en van alle leeftijden
Belangrijke aspecten van hun werk zijn beoordeling en advisering van sportblessures en het verrichten van sportkeuringen.

Sporten en sportief bewegen kunnen gepaard gaan met het ontstaan van blessures.
Meestal gaat het hierbij om acute blessures zijn zoals botbreuken, kneuzingen, spierverrekkingen en verstuikingen.
Van belang is een juiste diagnosestelling, omdat met een aantal specifieke maatregelen het herstel bespoedigd kan worden.
Zo moet bij een spierscheuring, ook wel zweepslag genoemd, de aangedane spier via rek- en spierversterkende oefeningen weer op sportniveau gebracht worden.
Acute blessures hebben doorgaans een vrij goed te voorspellen genezingsduur.
Als de hulp van een fysiotherapeut nodig is verwijzen de sportartsen van het SMA naar deskundige sportfysiotherapeuten. Ook zijn er korte lijnen naar andere medische specialisten als cardiologen en orthopedisch chirurgen.

Anders ligt het bij zogenaamde chronische blessures. Deze ontstaan geleidelijk en zijn veel grilliger in de genezing.
Sportartsen hebben extra deskundigheid bij dit soort klachten, die vaak door meerdere oorzaken ontstaan.
Van het grootste belang is om de oorzaak van de klachten te herkennen en weg te nemen.
Voorbeelden zijn een tenniselleboog, een golferselleboog, een springknie, een lopersknie, scheenbeenklachten, liesklachten bij voetballers en nog veler andere kwalen.

Het gaat hierbij vaak om pezen of aanhechtingen van spieren rond een gewricht, maar ook het bot zelf of andere structuren als slijmbeurzen kunnen door sport overbelast worden.
De belangrijkste oorzaak van chronische sportblessures is overbelasting.
Zeker bij sporten als hardlopen moet via een zeer geleidelijk opbouwen schema de sportbelasting opgevoerd worden.
Bovendien is niet iedereen geschikt om een specifieke tak van sport te kunnen bedrijven. Dit heeft te maken met lichaamskenmerken als lenigheid van spieren, vorm en stand van benen en voeten, een verschil in beenlengte, enz.

Ook kan het materiaal waarmee gesport wordt mede oorzaak van de klachten zijn.
Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld de sportschoenen, die gebruikt worden, maar ook de racefiets kan verkeerd afgesteld zijn. Indien er een relatie is tussen de schoen en een blessure wordt weer verwezen naar sportschoenspecialisten.
Het is dus een behoorlijke puzzel om behalve de diagnose ook de oorzaak op te sporten.
Door hun specifieke kennis van zowel sport als het bewegingsapparaat kunnen sportartsen deze puzzel vaak oplossen.

De sportkeuring

Nog niet zo lang geleden was het voor vrijwel iedere sport verplicht om jaarlijks een sportkeuring te ondergaan. Vanwege de massale toeloop en de geringe beschikbare tijd kon aan deze keuring nauwelijks kwaliteit toegedicht worden. Inmiddels geldt de verplichting voor vele sporten niet meer. Alleen voor het bedrijven van zogenaamde risicosporten moet men vooraf een keuring ondergaan. Risicosporten zijn auto- en motorsport, zweefvliegen, duiken en wedstrijdwielrennen.
Toch zijn er nog vele andere sporters, die een keuring of sportmedisch onderzoek willen ondergaan. Hierbij gaat het dan niet zozeer om goed- af afkeuren, maar om zo verantwoord mogelijk te sporten. Vooral bij individuele sporters zoals, hardlopers, schaatsers, fietsers, triatleten bestaat hiervoor belangstelling.

Ook bij mensen, die nog niet sporten en dat wel willen gaan doen bestaat vaak de wens zich eerst te laten keuren.
De moderne sportkeuring is veel uitgebreider dan die van vroeger. In het kort worden de verschillende onderdelen besproken. Hierbij wordt de meest uitgebreide keuring behandeld. Aspecten die bij het inleidend gesprek aan de orde komen zijn training, voeding, ziektegeschiedenis, blessuregeschiedenis en eventuele huidige klachten.

Bij het lichamelijk onderzoek wordt naast het meten van de bloeddruk, het controleren van hart en longen veel aandacht geschonken aan spieren en gewrichten. Vooral die spieren en gewrichten, die zwaar belast worden bij de boefende sport. Gewrichten worden worden getest op een bewegingsmogelijkheden en eventuele speling, spieren op lenigheid en kracht. Daarnaast worden ook aspecten als beenlengte, afwijkingen van stand van benen en voeten bekeken.

Andere onderdelen van de keuring zijn urineonderzoek, longfunctieonderzoek, bepaling van het gezichtsvermogen en bloedonderzoek naar eventuele bloedarmoede en een verhoogd cholesterolgehalte.
Vanzelfsprekend worden ook lengte en gewicht bepaald en wordt met behulp van een huidplooimeter het vetpercentage gemeten, zodat ook het eventuele overgewicht bepaald kan worden. Dit is veel nauwkeuriger dan alleen maar uitgaan van lengte en gewicht.
Verder wordt er een ook een electrocardiogram gemaakt, het zogenaamde hartfilmpje.
Het onderzoek wordt afgesloten met een inspanningstest, waarbij het uithoudingsvermogen wordt bepaald en het electrocardiogram bij inspanning wordt bekeken. Dit wordt vaak op de fietsergometer gedaan. Na afloop worden alle resultaten besproken en de sporter krijgt hiervan ook een schriftelijk verslag. Hierbij kunnen tal van tips en adviezen gegeven worden.

Kortweg wordt bij de moderne sportkeuring bekeken of de tak van beoefende sport een juiste keus is, of deze sport op een verantwoorde manier wordt beoefend en worden risicofactoren op vooral hart- en vaatziekten gecontroleerd.