Afspraak maken? Bel 0900-9879

Schouderblessures

Auteur: Frank Nusse

Schouderklachten bij sporters komen veel voor. Vooral bij sporten, waarbij bovenhands moet worden gegooid of worden geslagen, wordt de schouder zwaar belast. Voorbeelden van dit soort sporten zijn handbal, volleybal, honkbal, softbal, tennis en speerwerpen.
Pijnklachten in de schouder zijn moeilijk te lokaliseren. Het is een anatomisch ingewikkeld gebied. Het schoudergewricht kent ruime bewegingsmogelijkheden, maar is hierdoor tevens kwetsbaar. Bij een ongelukkige val kan de schouder vrij gemakkelijk uit de kom schieten. Hierbij worden de gewrichtsbanden opgerekt.

Spieren en pezen lopen dicht bij elkaar en hebben als de arm is opgetild weinig bewegingsruimte. Als een pees door overbelasting wat is opgezet, zal deze vrij snel in de knel komen te zitten. Ook een geirriteerde slijmbeurs kan in de schouder zeer hinderlijk zijn.
Als een sporter op het spreekuur komt met pijnklachten van de schouder moet worden nagevraagd bij welke beweging de klachten ontstaan.
Door een nauwkeurig functieonderzoek kan dan de juiste diagnose worden gesteld. Hierbij moet in de regel een onderscheid gemaakt worden tussen of een peesirritatie, of een slijmbeursirritatie of een aandoening op basis van een beschadiging van gewrichtsbanden. Bij dit laatste zullen er klachten optreden van zogenaamde instabiliteit, het gevoel dat de schouder even uit de kom schiet.
Het stellen van de juiste diagnose is uitermate van belang in verband met het voorschrijven van de juiste therapie.

Peesirritaties genezen doorgaans door rust en eventueel gerichte fysiotherapie. Van belang is tevens het wijzen op het voorkomen van hernieuwde klachten. Een goede warming-up met rekoefeningen en losmakende oefeningen voor de schouder zijn hierbij essentieel. Berucht is een partijtje te gaan tennissen en zonder warming-up direct hard te willen serveren.
Slijmbeursirritaties genezen in de regel ook door rust, eventueel ondersteund met een injectie.

Aandoeningen van de gewrichtsbanden zijn moeilijker te behandelen, vooral als er sprake is van de eerder genoemde instabiliteit.
Hierbij moeten vooral de omgevende spieren getraind worden, die de schouder op zijn plaats moeten houden. Soms zijn de krachten, die op de schouder uitgeoefend worden door het sporten zo groot, dat dit niet voldoende is.
Hierbij kan overwogen worden de hulp van een orthopedisch chirurg in te roepen. Deze specialist beschikt tegenwoordig over diverse mogelijkheden om beschadigingen in de schouder te behandelen. Vooral de mogelijkheid om met een kijkoperatie de schouder van binnen te bekijken kan veel bijdragen aan het stellen van de juiste diagnose.

Samenvattend kan worden gesteld, dat schouderklachten bij sporters niet op een hoop moeten worden gegooid. Men moet er achter zien te komen, wat er exact loos is. Anders heeft therapie geen zin en kunnen al snel chronische klachten ontstaan.