Afspraak maken? Bel 0900-9879

Sporten met hart- en vaatziekten

Auteur: Frank Nusse

Tot nu toe is in deze rubriek alleen aandacht geschonken aan negatieve aspecten van sportbeoefening in de vorm van blessures. Deze nadelen wegen echter lang niet op tegen de voordelen.
Steeds meer blijkt het belang van sportbeoefening c.q. sportief bewegen in relatie tot gezondheid. Nog niet zo lang geleden werd bij vele aandoeningen sporten afgeraden. Nu blijkt dat sporten niet alleen mogelijk is, maar dat diverse aandoeningen in ernst afnemen door bewegen of te sporten.

De kunst is echter wel bij een bepaalde aandoening de juiste sportvorm te kiezen alsmede de mate waarin gesport wordt. Om hier een goed advies in te kunnen geven, moet medische kennis gepaard worden aan sportieve kennis.
Met sportieve kennis wordt bedoeld, dat de belasting voor het lichaam bij de diverse sporten goed ingeschat kan worden.
Een goed voorbeeld kan gegeven worden aan de hand van hart- en vaatziekten, zoals hoge bloeddruk, angina pectoris, hartinfarct, aderverkalking, enz. Een van de belangrijkste risicofactoren voor het krijgen van dit soort kwalen is onvoldoende lichaamsbeweging, naast roken, overgewicht en een hoog cholesterolgehalte in het bloed. Hierbij werkt lichaamsbeweging dus preventief.

Indien men echter onverhoopt toch een aandoening oploopt, kan lichaamsbeweging ook een belangrijke bijdrage vormen bij de behandeling.
Zo is wetenschappelijk bewezen, dat patiënten met hoge bloeddruk baat hebben bij het doen van een duursport, zoals stevig wandelen, hardlopen, fietsen, zwemmen of roeien. Duursport wil zeggen dat de inspanning wel minimaal 30 minuten moet worden volgehouden. Men hoeft daarbij vanzelfsprekend niet voluit te gaan. Om echt effect te krijgen is het wel noodzakelijk 3 x in de week te sporten.
Indien dit wordt volgehouden, zal bij vele patiënten de bloeddruk zakken, waardoor het mogelijk is medicijngebruik te verminderen of zelfs te stoppen.

Ook na een hartinfarct is het belangrijk weer in beweging te komen. Een hartinfarct ontstaat door een afsluiting in een of meer kransslagaderen van het hart. Vroeger werden patiënten na een infarct 6 weken in bed gelegd, nu moet men zo snel mogelijk uit bed, vaak al de eerste dag na het infarct. De zogenaamde hartrevalidatie bestaat voor een belangrijk deel uit bewegen. Het is uitermate belangrijk het gedeelte van het hart, dat niet beschadigd is zo optimaal mogelijk in conditie te houden. Dit zal de kans op laterale complicaties aanzienlijk verkleinen.
Ook na een bypassoperatie, waarbij een deel van de kransslagaderen vervangen wordt, geldt hetzelfde.

Aan de hand van een inspanningstest kan bepaald worden welk niveau van inspanning haalbaar is. Het gebruik van een hartslagmeter kan daarbij een goed hulpmiddel zijn om overbelasting te voorkomen.Patiënten met hart- en vaatziekten moeten dus in de regel veel bewegen binnen veilige grenzen. Samenspraak tussen de behandelend specialist en sportarts kan daarbij leiden tot een optimaal advies voor de patiënt.