Sport en voeding

Het belang van een goede voeding is bij veel sporters bekend. Via de voeding komen bouw- en brandstoffen binnen, die absoluut noodzakelijk zijn bij het leveren van sportieve inspanning.

De voornaamste brandstof voor het menselijk lichaam zijn de koolhydraten, in de vorm van suikers of zogenaamde samengestelde suikers zoals zetmaal. Koolhydraten zitten vooral in pastaprodukten, brood en aardappelen. Aangezien de voorraad in het menselijk lichaam beperkt is, moet een sporter regelmatig zorgen voor aanvulling. Naarmate er meer gesport wordt moeten er meer koolhydraten genuttigd worden. Vooral bij duursporters is dit van essentieel belang, anders komen ze “de man met de hamer” tegen. Te veel koolhydraten eten leidt echter tot overgewicht.

Overgewicht kan vrij nauwkeurig bepaald worden door het meten van de vetlaag op het menselijk lichaam via een huidplooimeter. Dit wordt bij een goede sportkeuring dan ook altijd gedaan. Aan het vetpercentage kan dan ook afgeleid worden of de voedselinname de behoefte in juiste mate dekt.
Een andere brandstof is vet. Vet levert ook energie maar op een langzamere wijze dan koolhydraten. Vet zit in tal van produkten, maar er bestaan wel verschillen. Zo is nu algemeen bekend, dat plantaardige vetten gezonder zijn dan dierlijke vetten, want in de laatste groep zit relatief veel cholesterol. Een te hoog cholesterolgehalte in het bloed kan aderverkalking doen versnellen.

Vetinname moet dan ook beperkt worden, hetgeen voor velen moeilijk is, want toevoeging van vet maakt veel voedingsprodukten smakelijker.
De belangrijkste bouwstof is eiwit. De voornaamste eiwitbron is vlees, maar er zijn ook eiwitten van plantaardige oorsprong. In de groei en bij krachtsport is relatief wat meer eiwit nodig, hoewel dit niet overdreven moet worden. Ook te veel eiwit stapelt zich op als vet via allerlei omzettingen in het lichaam.

Via tal van voedingsprodukten komen ook de vitaminen naar binnen, die noodzakelijk zijn voor het menselijk lichaam. De kwaliteit van het voedsel in Nederland is dermate hoog, dat in het algemeen genoeg vitaminen genuttigd worden. Indien men genoeg fruit, verse groentes en volkorenbrood eet zijn extra vitaminepillen niet noodzakelijk.

Aan extra gebruik van vitaminen en mineralen worden tal van prestatiebevorderende eigenschappen toegeschreven, vooral door de fabrikanten. Er is echter nog nooit een goed wetenschappelijk bewijs voor geleverd. In het algemeen kan dan ook gesteld worden, dat het weinig zin heeft extra vitaminen te gebruiken, mits de normale voeding voldoende van kwaliteit is.
Sporters moeten vooral voldoende koolhydraten eten, normaal of iets meer dan normaal eiwit en weinig vet. Daarnaast kan door het eten van fruit en verse groentes de vitaminebehoefte gemakkelijk gedekt worden.